Hij was lid van redacties of redactieraden:
Hij gaf gastcolleges o.a. aan universiteiten in Boedapest, Bonn,
Pretoria en Potchefstroom en aan het Institute for Christian Studies
in Toronto. Hij verzorgde hoofdlezingen op internationale
conferenties zoals die van de
European Society for the Philosophy of Religion. Over zijn
laatste boek Imaging God Anew (God opnieuw verbeeld)
hield hij een InFaCT lezing aan de Katholieke Universiteit Leuven (9
maart 2023). (Zie hier de lezing.)
Op verzoek gaf hij adviezen aan verschillende nationale instellingen
voor wetenschappelijke onderzoek en was o.a. lid van de
begeleidingscommissie ‘religie en geweld’ van het Wetenschappelijk
Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie en
Veiligheid (2009-2012).
Wat kunst betreft was hij onder meer moderator van het kunstproject
2011-2012 P///AKT (Amsterdam). In 2013 richtte hij
Figura Divina op, een collectief van wetenschappers dat
aandacht vraagt voor de diepgaande verbinding van kunst en religie
(zie voor informatie en bijdragen van Wessel Stoker
FiguraDivina.org).
Stokers werk betreft de relatie seculiere cultuur en christendom.
Hij is hierbij vooral geïnspireerd door de Duitse theoloog Paul
Tillich, mede dankzij zijn deelname aan tal van internationale Paul
Tillich symposia in Frankfurt.
Hij doet een voorstel tot herformulering van Tillichs
correlatiemethode in een plurale wereld (‘The Correlation of
Theology and Art’ 2023). In verband met de relatie cultuur en
christendom schreef hij over de Verlichting van de achttiende-eeuw,
over de verhouding van religieuze en seculiere zingeving en over
rationaliteit en hedendaags christelijk geloof met de focus op
geloofsverantwoording in een levensbeschouwelijk plurale wereld. Hij
ontwikkelde een ‘typologie van transcendentie’ die als een
zoeksleutel dient bij het beschrijven van religieuze en seculiere
kunst en filosofie. Deze typologie was het uitgangspunt voor een
seminar in Stellenbosch (2009) en voor een internationale
conferentie in Amsterdam (2010) (Culture and Transcendence,
2012 en Looking Beyond, 2012).
Wat de kunst betreft besprak hij in zijn
Kunst van hemel en aarde, 2012 het spirituele werk van
Kandinsky, Rothko, Warhol en Kiefer. Behalve het spirituele in
zogenaamde seculiere kunst, onderzocht hij in
God opnieuw verbeeld, 2019 ook moderne en hedendaagse kunst
met christelijke thema’s (zie voor recensies website
Figura Divina.org).
Henk Woldring over Stoker en de esthetica in: H.E.S Woldring, Een handvol filosofen (Hilversum: Verloren 2013): 369-373: In het jaar van zijn benoeming, 2006, hield Stoker zijn inaugurele rede, getiteld God, meester van de kunsten. De ondertitel, Een herwaardering van de theologische esthetiek, gaf aan dat Stokers centrale vraag was: ‘wat hebben kunst en religie in onze tijd met elkaar te maken?’ Al kan kunst worden gekenmerkt door waarden als schoonheid en het genoegen dat men eraan beleeft, Stoker vroeg aandacht voor een andere waarde, namelijk dat kunst ook inzichten kan opleveren. Op een andere manier dan de wetenschappen geeft kunst inzicht in de werkelijkheid. Dankzij zijn verbeelding schept de kunstenaar met zijn kunstproduct een ‘eigen figuratie van de werkelijkheid’. Een schilderij, roman, gedicht of een muziekstuk kan ons inzicht verruimen inzake levensoriëntatie en zingeving. Omdat religie ook een levensbeschouwelijke oriëntatie verschaft, betoogde Stoker dat hij een gemeenschappelijke basis had gevonden voor kunst en religie. ‘In beide, in kunst en religie gaat het om inzichten inzake levensoriëntatie, om zingeving’.
Nadat hij het ‘exclusivisme’ had besproken (waarin het christelijk
geloof normen stelt voor de kunst) en het ‘inclusivisme’ (waarin
cultuuruitingen uiteindelijk zijn te herleiden tot de christelijke
religie), verdedigde hij een correlatie: een wederzijdse
betrokkenheid van kunst en religie, waarbij de een niet tot de ander
wordt herleid, maar aan het eigene van beide recht wordt gedaan. In
beide gaat het om wat hij noemde een ‘menselijke
bestaansinterpretatie’.
De typering van de relatie tussen kunst en religie als correlatief
gaf volgens Stoker tevens aan wat hij met de titel van zijn oratie
bedoelde. Hij bedoelde met ‘God, de meester van de kunsten’ in elk
geval niet dat God zou worden beschouwd als de ‘leraar van de
kunsten’ en dat theologen zouden denken dat zij de normen voor de
kunst bepalen.
In de lijn van Ambrosius en Augustinus bedoelde Stoker met de titel
van zijn rede dat God in zijn scheppingswerk wordt gezien als de
grote kunstenaar. Er zijn kunstenaars die hun eigen scheppingsproces
vergelijken met Gods scheppingswerk, en niet ten onrechte volgens
Stoker die vervolgde: ‘In kunst kan iets oplichten van een
openbaring. God is immers betrokken op heel de wereld, ook op de
kunst. Inderdaad, God, meester in de kunsten’.
Stoker wilde de esthetica beoefenen in de traditie van protestantse
denkers, met wie hij zich in verscheidene publicaties reeds
uitgebreid had bezig gehouden: Schleiermacher, Tillich en Ricoeur.
Reflecterend op Ricoeur, wilde hij zijn hermeneutische benadering
toepassen op de uitleg van kunstwerken en deed hij met name
onderzoek naar het transcendente, zowel in de godsdienstfilosofie
als in de postmoderne schilderkunst.
Gedurende zijn hoogleraarschap heeft Stoker met zijn bachelor- en
master colleges het vak esthetica in de drie faculteiten [Filosofie,
Theologie en Letteren] zichtbaar gemaakt.
In december 2011 hield hij zijn afscheidscollege, getiteld 'Het schone en het sublieme, de kunst van religieuze kunst'. Hij betoogde onder meer dat schoonheid zowel in de theologie als
in de kunst een belangrijke waarde is, maar dat zij te smal is om
een verbinding tussen deze twee te leggen. Wat valt onder de
categorie schoonheid? Indien men het schone (op klassieke wijze)
aanduidt met maat, harmonie en glans, dan rijst de vraag of een
schilderij dat iets afbeeldt dat niet schoon is (bijvoorbeeld de
lijdende Christus) met schoonheid kan worden aangeduid.
Het is veeleer kunst die schokt en verbijstert, en die Stoker
aanduidde met het sublieme. Subliem is niet alleen een esthetisch
begrip, maar in verband met de lijdende Christus ook een theologisch
begrip. Als theologische categorie drukt het sublieme ook uit dat
God met de opstanding van Christus het lijden en de dood te niet
doet. Daarom noemde Stoker het kruis een voorbeeld van het ‘het
sublieme als ambivalentie van schrik en opluchting’.
Over Wessel Stoker
Godsdienstfilosoof en estheticus. Figura Divina oprichter.
Lees hier in meer detail.
Publicaties
Boeken. Bundels. Artikelen.
Zie
hier de
lijst (een selectie).
Contact
Laat een bericht achter: wesselstoker@hetnet.nl
Gemaakt door Liam Jansen - 2024